Pesten
door Duncan McKinlay |
Ontelbare keren heb ik in het verleden het gevoel gehad dat mensen met mij lachten. Eigenlijk niet met mij lachten, zoals samen lachen met mijn soms grappige tics, maar om mij lachten, op een kille vernederende manier. Een lach die bedoeld was om mij uit te sluiten, om mij het gevoel te geven dat ik een 'freak' was. Een lach zo openlijk in mijn gezicht dat men er zeker van uitging dat ik te stom was om het te merken (ik was toch maar een 'achterlijke'), een lach die me duidelijk wilde maken dat ik minder was dan hem of haar of hen. Ik had nooit de moed om te reageren. Ik kon uren inwendig zitten broeden
en de beelden opnieuw en opnieuw voor mijn ogen afrollen. Obsessief zat
ik te repeteren wat ik had willen zeggen, wat ik in de toekomst zeker
ging zeggen. Toen ik ouder werd en de schoolbanken verlaten had, leerde ik om vooral contact te zoeken met mensen die me begrepen, steunden en waardeerden. De pesterijen uit mijn kindertijd vervaagden. Omdat ik ondervond dat de meeste jongvolwassenen vriendelijk en begrijpend zijn, begon ik mezelf ervan te overtuigen dat ik me de wreedheid van mijn klasgenoten verbeeld had. Het was inbeelding geweest. Er waren wel een paar kinderen echt gemeen geweest, daar was ik zeker van, maar niet iedereen. En de reden dat ik dacht dat iedereen mij haatte was waarschijnlijk omdat ik mezelf haatte. Het lag aan mij, ik had het fout ingeschat. Dit jaar startte ik mijn laatste jaar dokter in de psychologie. Tegelijk werd ik heel kwaad. Toen de les teneinde was, riep ik de meisjes bij elkaar. Ik wees hen
op hun kinderachtig en schijnheilig gedrag en stelde hun bekwaamheid om
psycholoog te worden in vraag, indien ze van plan waren om steeds op die
manier te reageren op neurologische stoornissen. Maar een verschrikkelijke onzekerheid maakte zich van mij meester, een stemmetje in mijn hoofd vroeg zich af of die meisjes daar misschien in shock stonden omdat ze geen flauw benul hadden waar die 'gek' het over had. Misschien werd ik morgen wel ontboden in het bureau van mijn professor omwille van mijn reactie. Toen ik de volgende morgen op school aankwam was er een e-mail voor mij.
Hij was van de meisjes. Ze waren tot een stuk in de nacht opgebleven om
te overleggen hoe ze zich gingen verontschuldigen. Ze gaven hun grofheid
toe en vroegen oprecht om hen te vergeven. Maar het belangrijkste is: hoe ga je daar nu mee om? Veel mensen, zoals de meisjes uit die klas, denken gewoon niet na. Aangezien dus veel mensen TS niet kennen, moet je hen vertellen wat het is. Schrijf een artikel voor het schoolblad, maak er een opstel over, geef een spreekbeurt of help je beste vriend om er een spreekbeurt over te geven. Deel een folder rond. Op die manier weet je tenminste zeker wie echt wreed is en wie enkel maar een uitleg nodig had (deze laatsten zijn in de meerderheid, dat zul je merken). Eén van mijn grootste problemen was dat ik mezelf altijd iets wijsmaakte. Ik begaf me keer op keer in een nieuwe situatie in de overtuiging dat niemand mijn tics zou opmerken en dat niemand zou lachen. Ze merkten het altijd en ze lachten altijd. Je kunt beter van het standpunt vertrekken: ja, de mensen zullen reageren want ze kennen me niet. En het zal een tijdje duren voor ze doorhebben dat ik er niets kan aan doen. Wanneer je dit verwacht is het gemakkelijker om de reacties te negeren. Zelfaanvaarding is cruciaal. Mensen kijken hoe je reageert. Wanneer je
oogcontact vermijdt, je hoofd gebogen houdt, kortom de houding aanneemt
van een 'loser', dan zal je omgeving hieruit zijn conclusies trekken en
je ook zo behandelen. En wanneer je toch nog uitgemaakt wordt, bedenk dan dat dit meer over hen zegt dan over jou. De grootste pesters zijn meestal personen met een laag zelfbeeld. Ze voelen zichzelf minder en compenseren dit door iemand die zwak staat, iemand met een stoornis of een ziekte te pesten. Wanneer iemand weet dat je TS hebt en je toch nog pest mag je gerust op hem neerkijken en zelfs medelijden hebben, want het is een zielig iemand met een enge geest. Focus vooral op mensen die wel graag met je omgaan. Wanneer 99 mensen in een kamer mij waardeerden, dan maakte dat geen indruk en deed ik alle moeite om de appreciatie te krijgen van die ene die mij niet kon uitstaan! Nu, na veel ondervinding kan ik een kamer binnengaan waar 99 mensen mij
uitlachen en focussen op die ene persoon die mij wel graag heeft. En dan nu nog en paar tips voor de omgang met echte pesters: De pesters de baas worden! Je mag deze tips echter enkel gebruiken als alle andere middelen gefaald
hebben! (na een luide vocale tic) (na een hele reeks vocale tics) (tegen personen die niets zeggen en enkel staan te fluisteren en te
lachen) (tegen iemand die vraagt of je nu eens wilt ophouden met die tics)
(tegen iemand die zegt: 'Je bent aan het ticcen'.) (tegen iemand die je voortdurend vies bekijkt omdat je tict) -'Sorry hé! Hoe egoïstisch van mij om u 10 seconden met mijn levenslange Tourette te belasten! Mijn verontschuldigingen!' (iemand doet je na) (tegen iemand die je voortdurend aanstaart) (iemand vraagt of je een probleem hebt) Zo vrienden, dat was het dan. |
Laatste wijziging op
15-02-2007
|
Copyright
© vzw Vlaamse vereniging Gilles de la Tourette |