Angststoornissen bij kinderen (en volwassenen) vaak geassocieerd met Tourette en OCD
 

Oorzaak en gevolg
Kinderen met Tourette en/of OCD lopen een verhoogd risico om angststoornissen (en zelfs depressies), te ontwikkelen. Hoewel het biologisch mechanisme van angst nog grotendeels ontrafeld moet worden, is inmiddels wel duidelijk dat het serotonerge systeem - de verzameling zenuwcellen in de hersenen die serotonine als onderlinge boodschapperstof gebruiken - betrokken is bij het ontstaan en voortduren van buitensporige angst. Serotonine functioneert in de hersenen als een soort scheidsrechter die extreme effecten van andere boodschapperstoffen ofwel neurotransmitters terugfluit. Een tekort aan serotonine kan iemand uit balans brengen.

Tevens gaat het om een wisselwerking tussen, enerzijds, de neuro-biologisch voorbeschiktheid van het individu, en anderzijds, de ervaringen die het kind opdoet in zijn leefwereld en de manier waarop het hiermee omgaat. Tics, dwang en de reacties van de omgeving hierop, kunnen schaamte en onzekerheid veroorzaken, waardoor de angst uitbreekt of toeneemt. Er kunnen vervolgens gedragsproblemen optreden zoals hyperactiviteit, woedeaanvallen, aandachttrekken of rituelen.

Signalen
Het signaal dat het hier om angst gaat, wordt nogal eens gemist. Men verwacht niet dat een overactief of agressief kind angstig is, men vindt ze juist 'brutaal'. Andere angstige kinderen zijn dan weer te meegaand, willen steeds behagen, uit schrik dat men anders boos op hen wordt. Ze zijn overdreven afhankelijk van de ouders, moeten steeds worden gerustgesteld en maken een wat bezorgde of verlegen indruk. Ook zij worden over het hoofd gezien, want ze stellen blijkbaar geen problemen en vallen daardoor niet op.

Zowel uitingen van agressie als tekenen van teruggetrokkenheid en depressie kunnen dus wijzen op een angststoornis. Sommige symptomen worden zelfs verward met ADHD. Dit alles bemoeilijkt de diagnose. Wanneer deze angsten echter niet herkend worden of als 'kinderachtig' worden genegeerd, kan dit onnoemelijk veel leed veroorzaken.

Soorten van angststoornissen
Alle kinderen zijn bang. Angst bij kinderen en adolescenten is op specifieke ogenblikken in de ontwikkeling normaal. Vanaf de leeftijd van ongeveer zeven maanden en gedurende de peutertijd kunnen gezonde kinderen bijvoorbeeld intens wanhopig zijn (angst) op ogenblikken dat ze worden gescheiden van hun ouders of andere mensen met wie ze een nauwe band hebben. Jonge kinderen kunnen kortdurende angsten hebben (bang in het donker, voor stormen, dieren of vreemden). Wanneer die angsten ernstig worden, langer dan zes maanden duren en de dagelijkse activiteiten verstoren, zoals scheiding van ouders of naar school gaan en vrienden maken, moeten de ouders overwegen een arts te raadplegen.

1. Separatieangst
Separatieangst is een buitensporige angst voor een scheiding van thuis of van mensen waaraan het kind gehecht is. Het kind kan extreem bang zijn, in die mate dat het onwillig is of weigert om zijn ouder of verzorger ooit te verlaten. Er kunnen zich herhaaldelijke nachtmerries en klachten over fysieke symptomen voordoen.
Een kind of adolescent met ernstige separatieangst kan volgende symptomen vertonen :
· voortdurende gedachten en angsten over de eigen veiligheid en die van de ouders/verzorgers
· weigeren naar school te gaan
· overdreven bezorgdheid over het ergens anders dan thuis slapen
· overdreven aanhankelijk gedrag thuis
· paniek of woedeaanvallen op ogenblikken dat het van zijn ouders wordt gescheiden
· frequente hoofdpijn, maagpijn, misselijkheid of braken

Kinderen lijden erg onder de scheidingsangst. Dit kan al beginnen in de kleuterklas. Het kind klampt zich elke ochtend wanhopig aan moeder vast en blijft ontroostbaar achter nadat het 's morgens weggebracht werd. De eerste dagen kan dit als normaal beschouwd worden, er is pas een probleem wanneer de klachten er na twee weken schoolgaan nog steeds zijn.
Het kind heeft herhaaldelijk fysieke klachten, vooral 's morgens: hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid, zonder aanwijsbare reden.
Het kan zich niet concentreren, niet ontspannen of spelen. Het slaapt slecht of wordt 's nachts vaak wakker.
De scheidingsangst zet zich voort in de lagere school en hindert het kind om aan bepaalde activiteiten deel te nemen.
Uiteindelijk kan er een uitgesproken weigering ontstaan om nog naar school te gaan.
Een kind dat lijdt aan scheidingsangst maakt het zich voortdurend zorgen dat mama of papa iets zal overkomen.
Wanneer het kind niet thuis slaapt, maar bvb. bij de grootouders, heeft het nachtmerries en slaapproblemen.
In sommige gevallen kan scheidingsangst of schoolfobie ontstaan door het gebruik van bepaalde neuroleptica. Vooral Haldol is om deze bijwerking gekend.

2. Gegeneraliseerde angststoornis (GAD)

GAD is de meest voorkomende emotionele stoornis bij kinderen. Het gaat hier om een buitensporige, aanhoudende en onredelijke angst en bezorgdheid over gebeurtenissen of activiteiten zoals school of sport, kortom over de meeste levensomstandigheden. Realistische angst, zoals je zorgen omwille van een slechte toets, is geen teken van GAD.

Het hoofdkenmerk van GAD is een aanhoudende bezorgdheid, die geen redelijke reactie meer is op de situatie. Ook onwaarschijnlijke gebeurtenissen, die zich wellicht nooit zullen voordoen, dingen die in het verleden gebeurd zijn, waar toch niets meer aan te doen valt of die in de verre toekomst liggen, zijn een bron van overmatige bezorgdheid. Kinderen met GAD zijn soms overdreven waakzaam voor wat zich in hun omgeving afspeelt, ze willen alles horen, moeten alles zelf zien en soms zie je de angst ook op hun gezicht.
De angst bij personen met GAD is ook moeilijk onder controle te houden en bemoeilijkt hun dagelijks werk en sociaal leven in niet geringe mate.
Personen met GAD voelen zich vaak 'beverig', zeggen dat ze zich 'op' voelen en dat ze soms een 'black-out' hebben wegens de spanning die ze voelen.
De psychologische symptomen van GAD zijn, naast de angst, o.a. rusteloosheid, vermoeidheid, concentratieproblemen, lichtgeraakt-heid, gespannenheid en geïrriteerdheid, zonder dat er een aanwijsbare oorzaak is, of heviger dan de situatie toestaat.
Boven op deze psychologische symptomen komen ook nog fysieke verschijnselen zoals beven, hoofdpijn, duizeligheid, droge mond, hartkloppingen (snel en luid), trillen, spierspanning, allerlei pijnen, buikpijn, transpireren en slaapproblemen.
De meeste volwassenen met GAD zeggen dat ze zich al heel hun leven angstig voelen.

Tot de angststoornissen rekent men verder nog:

3. Paniekstoornis en paniekaanvallen

Een paniekstoornis uit zich in herhaaldelijke onverwachte paniekaanvallen en de voortdurende bezorgdheid om aanvallen te krijgen. Een paniekaanval is een plots begin van een intense vrees, angst of schrik, vaak geassocieerd met gevoelens van een dreigend onheil. De stoornis kan ook gepaard gaan met duizeligheid, transpireren, kortademigheid, hartkloppingen, pijn of oncomfortabel gevoel in de borst, verstikkende gevoelens, angst om 'gek te worden' of dood te gaan.

4. Sociale fobie

Sommige angstige kinderen zijn bang om te praten met vreemde mensen en kunnen daardoor maar weinig vrienden maken buiten de familie. Ze hebben erge faalangst, zijn extreem verlegen, durven niet spreken voor de klas. Ze voelen zich ongemakkelijk of minderwaardig in het gezelschap van anderen en blijven liefst binnen, in hun vertrouwde omgeving.

5. Specifieke angsten

Bvb.: arachnafobie (extreme angst voor spinnen), of buitengewone angst voor honden, bloed, naalden, hoogte, kleine ruimten, enz. Deze extreme reactie op bepaalde situaties gaat vaak gepaard met hyperventilatie.

6. Fobieën

Fobieën zijn aanhoudende, irrationele angsten voor een voorwerp, activiteit of situatie (zoals vliegen, hoogten, dieren, een injectie krijgen, bloed zien). Door die intense angsten gaat het kind of de adolescent die voorwerpen, activiteiten of situaties vermijden.

Tenslotte
Ouders moeten zeer oplettend zijn voor tekenen van angst, zodat ze vroeg kunnen ingrijpen om complicaties te vermijden. Een vroege behandeling kan toekomstige problemen voorkomen, zoals het verliezen van vrienden, het falen om een sociaal vermogen en schoolvaardigheden te ontwikkelen en een negatief zelfbeeld.
Ernstige angstproblemen bij kinderen zijn goed behandelbaar.
De behandeling kan bestaan uit individuele psychotherapie, gezinstherapie, geneesmiddelen en gedragstherapieën. Het is gebruikelijk dat men een aantal van die mogelijkheden combineert.

Stress is een uitlokkende factor bij angststoornissen. Kinderen (en volwassenen) met Tourette staan, door hun concentratieproblemen, dwanggedachten, tics en hoe er mee om te gaan, voortdurend onder grote druk, wat enorme stress veroorzaakt. Veel kinderen met TS maken zich inwendig voortdurend zorgen dat ze op den duur meer tics zullen krijgen of dat de kinderen in de klas er opmerkingen over zullen maken, waardoor ze nog angstiger worden en daadwerkelijk nog meer tics krijgen. Bij de behandeling zal men dan ook rekening moeten houden met al deze elementen.

Bronnen: Northern County Psychiatric Associates, 410-329-2028, Carol. Watkins MD; Medscape Psychiatry journal, Anxiety Disorders in Children and Adolescents; Dr. L. Bergman, UCLA Child and Adolescent OCD and Anxiety Clinic; Dr. Rick D'Alli, Johns Hopkins School of Medicine, Baltimore; Tourette Syndrome, Amber Carroll, Prof. Dr. Mary Robertson.

 
Laatste wijziging op 15-02-2007
Copyright © vzw Vlaamse vereniging Gilles de la Tourette